“Wat nu?” Het is een vraag die duizenden jongeren zichzelf stellen als ze de middelbare school afmaken. Dat moment waarop, als de selectiviteit voorbij is, het tijd is om je in te schrijven voor de universiteit. Of kies, als je dat liever hebt, voor een diploma Beroepsopleiding. Maar in beide gevallen denk je altijd aan het volgende: Wat te studeren? Wat moet ik trainen om gegarandeerd werk te hebben? En het feit is dat voor velen de inzetbaarheid belangrijker is dan de roeping.
In die zin werpt het rapport “Analyse van de arbeidsintegratie van universitair afgestudeerden”, opgesteld door de BBVA Foundation en het Valenciaanse Instituut voor Economisch Onderzoek (Ivie), enig licht. En het bevat in een tabel de resultaten van de arbeidsbemiddeling per vakgebied van afgestudeerden van het Spaanse universitaire systeem (kan hier worden geraadpleegd).
Het is geen triviale zaak. Omdat in hetzelfde onderzoek wordt gesteld dat Het diploma is de variabele met de grootste impact op de inschakeling en de baankwaliteit. Zozeer zelfs dat het kiezen van een bepaalde graad de kans op een baan (werken) met wel 25 procentpunten kan vergroten vergeleken met een andere graad.
Het kan ook de kans op een netto maandsalaris groter dan 1.500 euro met 82 procentpunten vergroten; op 81 punten die van het hebben van een baan aangepast aan het opleidingsniveau; en bijna het dubbele (92 punten) van de kans op een baan die is aangepast aan het studiegebied.
Graden met het laagste werkloosheidspercentage
Zoals weergegeven in Tabel 3.4. Resultaten van arbeidsbemiddeling per vakgebied van afgestudeerden van het Spaanse universitaire systeem' uit het bovengenoemde rapport, dit is de tabel met de 25 graden die een lager werkloosheidspercentage hebben en meer mogelijkheden bieden om een salaris boven de 1.500 euro te ontvangen:
Kwalificatie | Afgestudeerden | Arbeidsparticipatie | % werkzaam met een salaris groter dan of gelijk aan € 1.500 | % hooggekwalificeerde beroepen | % werkzaam in hun studiegebied of gerelateerd | Synthetische index |
Geneesmiddel | 5.571 | 95,0 | 91,8 | 99,9 | 99,2 | 1,38 |
Luchtvaarttechniek | 1.543 | 96,6 | 91,8 | 96,3 | 84,9 | 1.35 |
computertechniek | 86 | 96 | 86,4 | 95,4 | 87,8 | 1.32 |
Engineering in industriële technologieën | 5.091 | 94,4 | 84.1 | 92,3 | 87,3 | 1.29 |
Computergebruik | 6.672 | 96,3 | 79,7 | 92,8 | 89 | 1.29 |
Telecommunicatie techniek | 2.335 | 97,1 | 79,5 | 91,2 | 86.1 | 1.28 |
Software- en app-ontwikkeling. en Multimedia Eng. | 187 | 97,4 | 77,6 | 90,1 | 90,5 | 1.28 |
energie techniek | 141 | 93,2 | 82,8 | 95,5 | 80,5 | 1.27 |
elektrotechniek | 1.686 | 93,5 | 83,2 | 87,1 | 85,6 | 1.27 |
elektronische techniek | 743 | 97,5 | 78,8 | 89,9 | 81,3 | 1.26 |
Tandheelkunde | 1.785 | 96,4 | 68,2 | 100 | 99,4 | 1.26 |
Zee- en oceaantechniek | 553 | 92,2 | 86,8 | 75,4 | 83,5 | 1.25 |
Biomedische en gezondheidstechniek | 106 | 90,1 | 82,5 | 90,8 | 77 | 1.24 |
Apotheek | 2.872 | 92,9 | 70,4 | 91,8 | 95,4 | 1.23 |
Industriële en automatische elektronica | 2.525 | 91,4 | 78,4 | 86,4 | 82.1 | 1.22 |
Verpleging | 11.700 | 92,7 | 66,9 | 97,5 | 94,7 | 1.22 |
Ingenieur industriële organisatie en nanotechnologie | 1.101 | 96,7 | 75,4 | 86,2 | 74,8 | 1.21 |
Werktuigbouwkunde | 3.861 | 92,5 | 72,7 | 86.1 | 82,9 | 1.20 |
Materiaalkunde en textieltechniek | 172 | 88,1 | 81,5 | 94 | 66,1 | 1.20 |
Diensten (andere studies) | 136 | 96,1 | 84,2 | 68,2 | 70,6 | 1.20 |
Wiskunde | 840 | 88,9 | 70,4 | 90,8 | 84,2 | 1.19 |
Financieel en actuarieel | 158 | 93,8 | 79,2 | 71,7 | 70,4 | 1.17 |
Architectuur en Stedenbouw en landschapsarchitectuur | 3.841 | 90,8 | 61.1 | 94,6 | 86,8 | 1.17 |
civiele techniek | 5.332 | 90,3 | 72,8 | 87,1 | 73,3 | 1.17 |
Geluids- en beeldtechniek | 437 | 86,3 | 75,7 | 88,6 | 70,8 | 1.16 |
Nautisch en maritiem transport | 242 | 87,9 | 78,6 | 67,1 | 82,8 | 1.16 |
Mijnbouw en energietechniek | 807 | 87,0 | 74,7 | 83,2 | 64,5 | 1.13 |
Industriële chemische technologie en milieutechniek | 2.132 | 93,3 | 64,7 | 84 | 66,6 | 1.11 |
Biogeneeskunde | 250 | 92,9 | 52,7 | 96 | 86,3 | 1.11 |
Statistieken | 240 | 92,7 | 64,8 | 80,9 | 68 | 1.11 |
Zoals u kunt zien, komt het merendeel overeen met diploma's in gezondheidswetenschappen of techniek. Hoewel het niet in de tabel is opgenomen, vinden we oenologie op positie 31 (93,4% arbeidsparticipatie), lager onderwijs op de 33e (83,5%), marketing op de 34e (86,3%), dienstland- en luchtvervoer op 35 (91,8%). ) of Muziek en podiumkunsten in 37 (83,2%), wat al totaal verschillende disciplines zijn.
In de eigen conclusies van het onderzoek wordt dit zelfs vermeld Velden die verband houden met informatica, techniek en gezondheid hebben de gunstigste invoegresultaten. De arbeidsparticipatie ligt boven de 90% en de aanpassingsindicatoren boven de 80%. Bovendien ligt bij het merendeel van de associate degree-opleidingen computerwetenschappen en techniek het percentage afgestudeerden dat netto meer dan 1.500 euro per maand verdient boven de 75%.
Integendeel, Velden die verband houden met kunst en geesteswetenschappen, vergezeld van een aanzienlijk aantal vakgebieden uit de sociale wetenschappen, journalistiek en documentatiegroep, hebben minder gunstige invoegresultatenmet een arbeidsparticipatie van minder dan 80%, maar vooral met slechte aanpassingsgegevens (vaak minder dan 60%) en een meerderheid van afgestudeerden met een inkomen van minder dan 1.500 euro.
Tenslotte is het interessant om nog een ander feit uit het rapport op te merken: er zijn nauwelijks verschillen in inzetbaarheid tussen afgestudeerden van particuliere universiteiten en die van openbare universiteiten, maar eerstgenoemden bereiken gemiddeld wel een beter betaalde baan (9,8 procentpunten). aangepast aan het opleidingsniveau (6,1 9,8 procentpunt) of studiegebied (4,7 9,8 procentpunt). Er wordt ook opgemerkt dat de toegang tot overheidswerk via vergelijkende examens de kans op hogere aanvangssalarissen zeer aanzienlijk vergroot (25,9-9,8 procentpunten), omdat de instapsalarissen bij de overheid hoger zijn, hoewel deze later minder stijgen.