Ontslag tijdens proefperiodes: een nieuwe uitspraak beperkt ontslag gedurende deze periode

Nieuws

Twee jaar na de inwerkingtreding van de arbeidshervorming zijn enkele van de positieve en negatieve gevolgen ervan zichtbaar geworden. Bij deze laatste valt de toename van het aantal ontslagen tijdens proefperioden op, die in veel gevallen op frauduleuze wijze worden gebruikt ter vervanging van tijdelijke contracten, die door de hervorming zeer beperkt waren. Volgens een rapport van de Algemene Confederatie van de Arbeid (CGT) vorig jaar gingen deze ontslagen van 5% vóór de hervorming naar 20 tot 25%.

Als preventieve maatregel heeft het Ministerie van Arbeid in het wetsontwerp voor de omzetting van de Europese Richtlijn 2019/1152 betreffende transparante en voorspelbare arbeidsomstandigheden een beperking van de proeftermijnenhoewel de kwestie mogelijk al sommige rechtbanken bereikt, die deze ontslagen diepgaander analyseren.

Dit is het geval in uitspraak 42/2024 van het Hooggerechtshof van Cantabrië, gerapporteerd door 'Confilegal' en waarin uitspraak is gedaan in het voordeel van een werknemer die werd ontslagen toen de proefperiode bijna ten einde was. In het bijzonder als het contract een proefperiode van 30 dagen effectief werk voorschreef en zij werd ontslagen toen zij 28 dagen had gewerkt.

Ontslag wegens “niet overschrijden van de verwachte proefperiode”

In de uitspraak wordt vermeld dat de reden voor de beëindiging van het contract het niet halen van de proefperiode was: “Het spijt ons u te moeten mededelen dat u dit bedrijf verlaat omdat u de proefperiode waarin het ondertekende contract voorziet niet heeft gehaald”, aldus de brief van het bedrijf. bedrijf, hoewel een specifieke reden of redenen niet gedetailleerd waren.

We mogen niet vergeten dat tijdens de proefperiode zowel het bedrijf als de werknemer de arbeidsrelatie eenzijdig kunnen beëindigen. Daarom zijn sommige bedrijven na de arbeidshervorming deze ontslagen op frauduleuze wijze gaan gebruiken, omdat het gemakkelijk is om ze te ‘camoufleren’. .

In dit specifieke geval begreep de werknemer dat het ontslag was onterecht, en dat dit niet te wijten was aan het niet verstrijken van de proefperiode, dus besloot hij een rechtszaak aan te spannen bij de Sociale Rechtbank nummer 1 van Santander. Dit oordeelde in zijn voordeel, waarbij hij de claim bevestigde en dat in overweging nam Het was een onredelijk ontslag.. Om deze reden moesten ze haar weer in dienst nemen of haar een schadevergoeding van 259,27 euro betalen.

Het bedrijf, dat niet tevreden was met de uitspraak, diende echter een verzoekschrift in bij het Hooggerechtshof van Cantabrië, waarin zij naar voren brachten “hoe de berekening van de als proefperiode voorziene periode moet worden uitgevoerd” en Of de proefperiode van 30 dagen moet worden gewaardeerd als kalenderdagen of als gewerkte dagen.

Gezien deze vraag heeft de rechtbank besloten het aanvullende burgerlijk reglement toe te passen, waarbij de proeftijd in maanden wordt uitgelegd. inclusief niet-werkdagen, dus het was beperkter. Een aanpak die de uitspraak van de Sociale Rechtbank van Santander niet vernietigt en dus het ingediende beroep verwerpt en opnieuw in het voordeel van de werknemer beslist. Op deze manier zal zij moeten worden herplaatst of een schadevergoeding wegens onrechtmatig ontslag moeten ontvangen, vastgesteld op het bovengenoemde bedrag van in dit geval 259,27 euro.