Eén van kalk en één van zand. Als het pad van ambtenaren gecompliceerd kan worden door de nieuwe prestatie- en competentie-evaluaties, lijkt het erop dat het Ministerie van Publieke Functies, onder leiding van José Luis Escrivá, ook overweegt maatregelen om te ‘faciliteren’ deze optie voor alle tegenstanders die de ambitie hebben werk in het openbaar bestuur.
Dit komt omdat hij tijdens zijn optreden in de Senaat heeft uitgelegd dat zij een voorstel indienen beurssysteem om te concurreren (momenteel bestaan ze al voor Justitie, dus we zouden ernaar op zoek zijn om ze uit te breiden naar andere gebieden) en verkort de tijd waarin openbare werkgelegenheidsaanbiedingen (OPE) moeten worden opgelost. Concreet stellen zij voor dat deze processen mag niet langer dan twaalf maanden duren. Wat de OPE's betreft, voegde hij er ook aan toe dat zij blijven werken aan het afschaffen van het vervangingspercentage in 2025, zoals zij afgelopen februari hebben toegezegd toen zij hun 'routekaart' presenteerden.
Een van de fundamentele doelstellingen is ook het creëren van een nieuw model gebaseerd op competenties, waarbij moet worden aangetoond dat zij over de noodzakelijke kennis en vaardigheden beschikken om de verschillende taken uit te voeren. Met betrekking tot deze herinrichting van het openbaar bestuur is de horizontale en verticale carrière ook naar voren gebracht door een coalitie, die zal worden georganiseerd per functionele gebieden en die zal worden toegepast in het hele algemene staatsbestuur (AGE): “We moeten naar een model dat gebaseerd is op niveaus en competenties”, merkte Escrivá op. In dit opzicht zal er een “bij- en omscholingsbeleid” worden ontwikkeld dat ambtenaren in staat zal stellen toegang te krijgen tot “nieuwe en interessante mogelijkheden in hun loopbaan.”
Een 'MIR' voor technologische profielen
Bij deze vernieuwing van het openbaar bestuur wil José Luis Escrivá ook een “innovatieve” toegangsroute geïnspireerd op de MIR van artsen om technologische profielen op te nemen bij Openbaar Bestuur. Ook wil hij de examentijden inkorten, die hij “ondraaglijk lang” vindt en die “veel onzekerheid en veel kosten met zich meebrengt voor de kandidaten.” Daarom overwegen ze, zoals uitgelegd, de beurzen uit te breiden en de deadlines voor openbare werkgelegenheidsaanbiedingen te verkorten.
Terugkomend op de ‘technologische MIR’: deze maatregel zou worden opgenomen in een ‘Junior Talent Plan’ voor de modernisering van het Openbaar Bestuur, vanwege de ‘absolute’ noodzaak om het personeelsbestand te versterken met ICT-professionals, die steeds ‘meer noodzakelijk’ zijn.