Een politieagent van de Nationale Politie krijgt sinds 2007 een financiële vergoeding voor het dragen van burgerkleding

Nieuws

Hij Hooggerechtshof van Asturië (TSJ). heeft uitspraak gedaan in het voordeel van een nationale politieagent, waarbij hij zijn recht op financiële compensatie erkent omdat hij tijdens zijn werkdag gedwongen wordt burgerkleding te dragen, zo blijkt uit publicaties Confilegal. De agent had na het uitblijven van een reactie op zijn verzoek, ingediend in februari 2022, een controversieel-administratief beroep ingediend, waarin hij de Directoraat-Generaal van Politie de betaling van een vergoeding voor kledingkosten, aangezien zijn functie hem sinds 2007 vrijstelde van het dragen van een uniform.

Kostuumcompensatie

De Geschillenkamer van de TSJ van Asturië was gebaseerd op een uitspraak van Hooggerechtshof September 2021, waarin werd vastgesteld dat functionarissen van de Korps Nationale Politie die om wettelijke redenen zijn vrijgesteld van het dragen van een uniform op hun bestemming, hebben recht op een financiële compensatie voor kleding. Deze leer werd door de magistraat vastgesteld Celsa Picodie benadrukte dat deze compensatie zich uitstrekt tot politieagenten die om dienstredenen burgerkleding moeten dragen in overeenstemming met de aard en eisen van hun werk.

In voornoemd vonnis heeft de Hooggerechtshof stelt vast dat de schadevergoeding, bedoeld in artikel 5 van de Koninklijk Besluit 950/2005 wil politieagenten compenseren die om dienstredenen verplicht zijn hun burgerkleding te betalen.

Een verzoek “aangepast aan rationaliteit”

De Asturische rechtbank is van oordeel dat het verzoek van de eiser dat is “absoluut aangepast aan de rationaliteit” en dat het ontzeggen van dit recht een schending inhoudt van het beginsel van gelijkheid met andere functionarissen die om dienstredenen zijn vrijgesteld van het dragen van een uniform.

Tenslotte hebben de magistraten geoordeeld dat de politieagent recht heeft op betaling van een schadevergoeding voor kleding die overeenkomt met de laatste vier jaar voorafgaand aan de claim, naast de relevante wettelijke rente.