Het Hooggerechtshof van de Canarische Eilanden heeft het beroep van een medewerker van Lidl afgewezen nadat het om disciplinaire redenen was afgewezen. Het bedrijf beweerde dat de werknemer had producten uit het magazijn gestolen door ze onder zijn jas te verstoppen om ze naar zijn persoonlijke auto te brengeneen gedrag dat werd gedetecteerd via videobewakingscamera's en getuigenissen van andere werknemers. De kantonrechter legde het vonnis op, overwegende dat het tuchtontslag van de werknemer was afkomstig.
Volgens de uitspraak vonden de gebeurtenissen plaats in 2022, toen het supermarktbedrijf Lidl begon lege dozen te detecteren in de diepvries-, koelkast- en vleesafdelingendie verborgen leek in verschillende delen van het magazijn. Dit feit wekte argwaan bij de verantwoordelijken en de arbeiders, die begonnen te speculeren over de mogelijke verantwoordelijkheid van de diefstallen. Vervolgens informeerde de ploegleider, die de taken in het magazijn deelde, op 13 juni 2022 de verantwoordelijken vertrouwelijk dat deze medewerker details had onthuld van een modus operandi om goederen uit de dozen te stelen.
Volgens deze klacht werden de spullen in een specifieke ruimte van het magazijn opzijgezet en verborgen in jassen, die vervolgens tijdens pauzes naar de auto werden gebracht. Het monitoren van de activiteiten van de werknemer met behulp van videobewakingscamera's bevestigde deze vermoedens. Op de beelden was te zien hoe Leonardo producten verstopte zoals gemarineerde lendefilets, gourmetyoghurts van het merk “Milbona”, bakjes met gehakt, een stuk lende, een fles shampoo en een reepje varkenslende onder zijn jasje. Deze Tijdens nachtdiensten werden verschillende keren spullen naar zijn privéauto gebracht.
Met het verzamelde bewijsmateriaal ging het bedrijf over tot het ontslaan van de werknemer door het verstrekken van de bijbehorende disciplinaire ontslagbrief, waarbij werd beweerd dat er sprake was van een ernstige schending van zijn plichten van goede trouw en vertrouwen, die van fundamenteel belang zijn voor de arbeidsrelatie, zoals vermeld in artikel 54.2.d) van de Werknemers. 'Statuut. Omdat hij niet tevreden was, stapte de werknemer met zijn zaak naar de rechter.
Disciplinair en passend ontslag
Dat heeft de Sociale Rechtbank nr. 1 van Santa Cruz de Tenerife in eerste aanleg beslist het tuchtontslag van de werknemer passend was. Volgens de uitspraak had het bedrijf Lidl onweerlegbaar bewijsmateriaal overgelegd, zoals videobewakingsopnames, foto's en getuigenissen van andere werknemers, waaruit bleek dat deze werknemer herhaaldelijk producten uit het magazijn had gestolen.
Voor deze resolutie de rechtbank was gebaseerd op artikel 54.2.d) van het Arbeidersstatuutwaarin schending van de contractuele goede trouw en misbruik van vertrouwen in de uitvoering van werk als grond voor tuchtrechtelijk ontslag worden beschouwd, evenals in de Lidl Supermarkten Collectieve Overeenkomst, die diefstal of verduistering van producten als zeer ernstige overtredingen classificeert, ongeacht de economische gevolgen ervan waarde.
Om deze reden verklaarde de rechtbank het ontslag gerechtvaardigd en ontsloeg zowel Lidl als het Salarisgarantiefonds (FOGASA) van elke claim. Ook hiermee was de werknemer niet tevreden en diende hij een verzoekschrift in bij het Hooggerechtshof van de Canarische Eilanden (TSJ), met het verzoek het ontslag nietig of onbillijk te verklaren.
Het ontslag was in overeenstemming met de wet
Bij de TSJ van de Canarische Eilanden betoogde de werknemer formele gebreken in de procedure, zoals het onvermogen om een tegenstrijdig dossier te openen, en rapporteerde hij een vermeende schending van de garantie van schadeloosstelling opgenomen in artikel 24 van de Spaanse grondwetnaast het beweren dat het bewijs onvoldoende was om het ontslag te rechtvaardigen.
Na analyse van de zaak heeft de TSJ het door de werknemer ingediende beroep afgewezen en de uitspraak van de sociale rechtbank bevestigd. De rechtbank legde uit dat de garantie van schadevergoeding sindsdien niet was geschonden Er was geen bewijs dat het ontslag een vergelding tegen de werknemer wasen benadrukte dat het door Lidl verstrekte bewijsmateriaal onafhankelijk was van enig mogelijk persoonlijk conflict met de getuigen. Evenzo verwierp het de bewering over het ontbreken van een tegenstrijdig dossier en wees erop dat volgens Artikel 55.1 van het Arbeidersstatuut is alleen verplicht voor vakbondsvertegenwoordigers of personeelsafgevaardigden.een voorwaarde waar de werknemer in het jaar voorafgaand aan zijn ontslag niet aan had.
Voor al het bovenstaande bevestigde de TSJ dat het bewijsmateriaal (zoals opnames, foto's en getuigenissen) correct was verkregen en bevestigde dat de handelingen van de werknemer een ernstige schending vormden van zijn plichten van goede trouw en vertrouwen, reden voor het initiëren van het ontslag. Daarom, en aangezien er geen sprake was van formele gebreken of schending van rechten, oordeelde de rechtbank dat de Een disciplinair ontslag was passend en er bestond geen recht op schadevergoeding sommige.