Een Aldi-werknemer wordt ontslagen wegens het stelen van worsten en brood en de rechtbank verklaart dit niet-ontvankelijk omdat de sanctie is verstreken

Nieuws

Het Hooggerechtshof van Catalonië heeft het ontslag uitgesproken van een Aldi-medewerker, die supermarktartikelen consumeerde zonder ervoor te betalen. De rechterlijke beslissing is gebaseerd op het feit dat de ontslagbrief is afgegeven buiten de verjaringstermijn die is vastgelegd in het Arbeidersstatuut, dat de tijd voor het opleggen van sancties voor zeer ernstig wangedrag beperkt tot 60 dagen vanaf het moment dat de overtredingen bekend worden.

De vrouw werkte sinds 22 mei 2017 als manager met een voltijds contract voor onbepaalde tijd en haar arbeidsrelatie was geregeld in overeenstemming met de CAO van de supermarkt- en zelfbedieningsvoedingssector in Catalonië.

Volgens de uitspraak STSJ-KAT 4707/2024Op 20 oktober 2022 heeft de onderneming het ontslag, dat een ingangsdatum had op 31 oktober 2022, aangemeld. In de ontslagbrief beweerde de supermarktketen dat de werknemer zich onrechtmatig had toegeëigendwat in strijd was met de interne regels van de onderneming, opgenomen in artikel 54.2.d van het Arbeidersstatuut en in artikel 23.3.g van de voor de sector geldende cao. In de brief werd gespecificeerd dat de gebeurtenissen zich hadden voorgedaan op verschillende data in augustus 2022, toen de werknemer in de winkel artikelen consumeerde, zoals brood, worstjes en drankjes zonder ze te controleren.

Als bewijsmateriaal verstrekte het bedrijf opnames van de beveiligingscamera's die in de winkel waren geïnstalleerd. Daarin kunt u zien hoe de medewerker de producten ophaalt, zonder gebruik te maken van de persoonlijke aankoopfunctie bij de kassa. Bovendien bevestigden winkelmedewerkers de manier waarop deze werknemer handelde.

Het voorschrijven van de sanctie

De werknemer, die niet tevreden was, besloot tegen het ontslag in beroep te gaan bij de rechter, met als doel het onredelijk te laten verklaren. In eerste instantie heeft de Sociale Rechtbank nr. 1 van Girona de vordering van de werknemer afgewezen en het ontslag passend geacht, waarmee zij het eens was met het bedrijf.

De werknemer was het niet eens met deze beslissing en ging in beroep bij het Hooggerechtshof van Catalonië (TSJC). Bij deze rechtbank heeft de werknemer verklaard dat hij om verschillende redenen niet-ontvankelijk moet worden verklaard. De eerste is dat in augustus 2022, vanwege de behoeften van het bedrijf, veel overuren gewerktwaardoor hun dagelijkse dienst wordt uitgebreid tot tussen de 10 en 12 uur, zelfs in het weekend, waardoor er ruim 40 uur extra wordt opgebouwd ten opzichte van hun gewone dienst.

Aan de andere kant beweerde de werknemer dat het via videobewaking verkregen bewijsmateriaal hun recht op privacy en de bescherming van hun persoonsgegevens hebben geschonden. De rechtbank oordeelt echter dat hij deze klacht tijdens het eerste proces niet formeel had geuit en dat de medewerkers bovendien wisten dat er camera's in de winkel hingen. De rechtbank heeft daarom zijn claim inzake schending van zijn privacyrechten afgewezen.

Ten slotte, en wat de rechtbank ertoe bracht het met de werknemer eens te zijn, is dat het wangedrag in augustus 2022 heeft plaatsgevonden, maar dat het bedrijf de ontslagbrief pas op 20 oktober van datzelfde jaar heeft verzonden, dat wil zeggen dat De wettelijke termijn van 60 dagen voor sancties werd overschreden dit soort ernstig wangedrag, zoals aangegeven in het Arbeidersstatuut en de collectieve overeenkomst.

Oneerlijk ontslag en compensatie

Volgens artikel 60.2 van het Arbeidersstatuut en de toepasselijke collectieve overeenkomst, zeer ernstige overtredingen voorschrijven (dat wil zeggen, ze verliezen de geldigheid om te worden bestraft) als ze meer dan slagen 60 dagen omdat het bedrijf hiervan op de hoogte is. In die zin gaf de werknemer aan dat de gebeurtenissen plaatsvonden op 2, 3, 4, 10, 17 en 22 augustus 2022 en dat het bedrijf hen op zijn beurt op 20 oktober 2022 op de hoogte bracht, zodat ze meer dan 60 dagen hadden. was verstreken en daarom werd het ontslag onredelijk verklaard.

Ondanks alles verklaart het Hooggerechtshof van Catalonië het ontslag niet-ontvankelijk. Nu moet het bedrijf kiezen tussen de werknemer weer in dienst nemen onder dezelfde voorwaarden voorafgaand aan het ontslag of vergoed haar met een bedrag van 15.634,41 euro.