De 5 dingen die onderlinge verzekeraars niet willen dat je weet als je met ziekteverlof bent

Nieuws

Wanneer een werknemer tijdelijk arbeidsongeschikt is, zijn er drie agenten die deel uitmaken van dit proces, namelijk de onderlinge verzekeringsmaatschappijen, de artsen van de GGD en het Rijksinstituut voor Sociale Zekerheid. De vakbonden hebben bij meer dan één gelegenheid de druk van eerstgenoemde aan de kaak gesteld om de ziekteverzuimtijden te versnellen, dus het is de moeite waard om te weten welke dingen ze wel en niet kunnen.

Allereerst, Het beleggingsfonds kan ons geen medisch ontslag geven als het ziekteverlof te wijten is aan algemene onvoorziene omstandigheden (veelvoorkomende ziekte of niet-arbeidsongeval). In dit geval is het uitsluitend aan de GGD-arts om ons te ontslaan en kunnen de onderlinge verzekeraars ons eenvoudigweg voor ontslag voorstellen.

Integendeel, als het verlof het gevolg was van een beroepsziekte of een arbeidsongeval, zouden zij de macht hebben om het aan ons te geven. Als u het niet eens bent met het ontslag en men van oordeel is dat u niet in optimale omstandigheden verkeert om te werken, dan kunt u dat alsnog doen claim. Dit moet worden gedaan via een formulier voor wederzijdse claims of in het Virtual Claims and Litigation Office; in het INSS, binnen 10 kalenderdagen vanaf de datum van registratie; en communiceer dit ook naar het bedrijf.

Eenmaal ingediend, wordt de intrekking geacht te worden verlengd totdat het INSS de kwestie heeft opgelost. Als de sociale zekerheid van mening is dat de werknemer gelijk heeft, moet de onderlinge verzekeringsmaatschappij op dit moment het verlof op zich nemen. Anders zal de werknemer moeten terugkeren naar zijn of haar functie en kan hij geen hulp krijgen gedurende de dagen dat het probleem heeft geduurd om het probleem op te lossen.

Andere beperkingen van onbekende mutualiteiten

De tweede praktijk die we moeten kennen is dat Als de tijdelijke arbeidsongeschiktheid het gevolg is van beroepsrisico’s, moeten zij de reiskosten aan ons betalen om gezondheidszorg te ontvangen en medische onderzoeken bij te wonen. Dit werd vastgelegd in Beschikking TIN/971/2009 van 16 april en de Resolutie van 21 oktober 2009, met de mogelijkheid om uitbetaling aan te vragen via de aanvraagformulieren die beschikbaar zijn voor onderlinge verzekeringsmaatschappijen.

De derde “beperking” van de onderlinge verzekering heeft betrekking op medische onderzoeken. Deze kunnen ons oproepen om de status van onze tijdelijke arbeidsongeschiktheid te evalueren en volgens de wet, zoals bepaald in de Algemene Sociale Zekerheidswet, zijn werknemers met ziekteverlof verplicht om afspraken bij te wonen. Anders zou ongerechtvaardigde afwezigheid bij medische controles tot verlies van steun kunnen leiden. Nu deze citaten moet minimaal 4 dagen van tevoren worden gebeld. Zij moeten deze mededeling altijd naleven.

Ten vierde is het mogelijk ga niet naar recensies als dit blijkt uit een rapport van de GGD-arts, waarin reizen om gezondheidsredenen wordt ontraden. Ook zou een oorzaak van overmacht kunnen worden bewezen, hoewel de jurisprudentie, zoals aangegeven door ‘Labor Issues’, nogal restrictief is geweest. Als gerechtvaardigde oorzaak vonden wij de verhoging van de dosis van een medicijn dat slaperigheid veroorzaakt en daardoor het niet verschijnen veroorzaakte (uitspraak van de TSJ van Baskenland van 19 februari 2013) of het diezelfde dag naar de spoedeisende hulp gaan met een minderjarig kind (arrest van de TSJ van Castilla-La Mancha van 6 juni 2012).

En ten slotte, wanneer ontslag wordt ontvangen na een lange periode van ziekteverlof, is het noodzakelijk dat het bedrijf evalueer de kenmerken van de functie om ervoor te zorgen dat herplaatsing geen terugval veroorzaakt. Daarom moet het, indien nodig, worden aangepast.

Het is iets dat is opgenomen in artikel 25 van de Wet ter voorkoming van beroepsrisico’s: “De werkgever zal specifiek de bescherming garanderen van werknemers die, vanwege hun eigen persoonlijke kenmerken of bekende biologische status, inclusief degenen die de situatie van fysieke, mentale of zintuiglijke handicap, zijn bijzonder gevoelig voor de risico’s die het werk met zich meebrengt. Daartoe moet zij bij de risicobeoordelingen met deze aspecten rekening houden en op basis daarvan de nodige preventieve en beschermende maatregelen treffen.