De werkvergunningen die in de familiewet zijn opgenomen, zijn gepresenteerd als een van de grote verzoeningsmaatregelen van de coalitieregering. Sinds hun goedkeuring hebben ze grote belangstelling gewekt onder de werknemers, die vanaf het begin zijn ondergedompeld in een zee van twijfels over de toepassing en het plezier ervan. Bovenal met betrekking tot 8 weken ouderschapsverlof, de meest controversiële vanwege de beloning en de manier van genieten. Nu, De sociale zekerheid heeft een van deze controversiële punten opgelost.
Deze vergunning is op 30 juni in werking getreden en sindsdien kunnen alle werkende vaders en moeders er een aanvraag voor indienen om voor een periode van meer dan een jaar voor een zoon, dochter of minderjarige in een pleeggezin te zorgen, totdat de minderjarige 8 jaar wordt. Uiteraard is het meer dan een vergunning; in de praktijk functioneert het als een soort ‘verlof’, aangezien het momenteel onbetaald is.
Zijn niet-beloning is iets dat niet in overeenstemming is met de Europese Verzoeningsrichtlijn 2019/1158 die Spanje heeft geratificeerd. Daarom heeft de regering zich ertoe verbonden hem vóór augustus van dit jaar te vergoeden, maar zal dit gedeeltelijk doen: slechts vier van de acht weken worden uitbetaald. Dit wordt gevolgd door een ander controversieel punt, dat nu is opgehelderd: artikel 45.1 van het Arbeidersstatuut bepaalt dat dit ouderschapsverlof “een reden is voor opschorting van het contract.”
Terwijl deze vergunning wordt genoten, zijn de partijen dus vrijgesteld van hun verplichtingen: de werknemer hoeft zijn diensten niet te verlenen, net zoals het bedrijf hem niet hoeft te betalen. Dit is tot nu toe liet de deur open voor bedrijven om niet op de lijst te verschijnen door werknemers die ouderschapsverlof aanvragen terwijl ze ervan genieten. Echter, De sociale zekerheid heeft dit probleem opgelost en duidelijk gemaakt dat zij moeten blijven bijdragen.
Verplichte bijdrage tijdens ouderschapsverlof
Het Directoraat-Generaal voor de Sociale Zekerheidsverordening (DGOSS) heeft via RED News Bulletin (BNR) nr. 2/2024 van 22 januari 2024 verduidelijkt dat: Hoewel het ouderschapsverlof van 8 weken niet wordt betaald, moet het bedrijf bijdragen voor de werknemer tijdens de periode of perioden van afwezigheid waarin dit verlof wordt opgenomen..
Concreet specificeert het dat “tijdens het genieten van voltijds ouderschapsverlof de registratie en bijdrage van de werknemer behouden moeten blijven.” De sociale zekerheid stelt vast dat, ondanks het feit dat ouderschapsverlof in de wet is opgenomen als reden voor opschorting van het contract, “Dit betekent niet dat het de aard van toestemming verliest.resulterend dus in de toepassing van artikel 69, over situaties van permanente tewerkstelling zonder loon, naleving van publieke taken, vergunningen en licenties, van het Algemeen Reglement betreffende de bijdrage en de afwikkeling van andere socialezekerheidsrechten, goedgekeurd bij Koninklijk Besluit 2064/1995, en bijgevolg de verplichting om bij te dragen.”
Zodat, Werknemers moeten tijdens het ouderschapsverlof blijven bijdragen. En ze zullen het op de volgende manier doen: zoals de DGOSS heeft verduidelijkt, zal voor algemene onvoorziene omstandigheden het minimale bijdrage-inkomen dat te allen tijde overeenkomt met de beroepscategorie van de werknemer als het bijdrage-inkomen worden genomen, terwijl voor professionele onvoorziene gebeurtenissen het premie-inkomen onderworpen zal zijn aan de minimumlimieten vastgelegd in sectie 2 van artikel 9 van de Algemene Verordening, raadpleegbaar in deze Staatscourant (BOE).
Ten slotte heeft de Sociale Zekerheid verduidelijkt dat de identificatie van deze situaties in het kader van de aansluiting zal plaatsvinden via de waarde 20-VOLLEDIG OUDERSCHAPSVERLOF- in het veld ‘TYPE INACTIVITEIT’, waarbij binnenkort wordt aangegeven wanneer dit van kracht zal worden.
Het genot van de deeltijdvergunning, in afwachting
Hoewel de kwestie van de offertes is opgelost, De sociale zekerheid heeft geen duidelijkheid verschaft over het begin van de geldigheidsduur van deeltijds ouderschapsverlof, waarvan hij verzekert dat het ‘in afwachting van de ontwikkeling van de regelgeving’ is. Artikel 48 bis van het Arbeidersstatuut bepaalt dat het ouderschapsverlof een duur heeft van maximaal acht weken “aaneengesloten of onderbroken” en dat “het zowel voltijds als deeltijds kan worden genoten, in overeenstemming met wat is bepaald door regulatie.”
Omdat de ontwikkeling van de regelgeving echter in behandeling is, is nog niet vastgesteld hoe hiervan deeltijds kan worden genoten. En vooral of je er een paar dagen van kunt genieten. Vanuit ‘Noticiastrabajo’ werd de minister van Buitenlandse Zaken, Joaquín Pérez Rey, over deze kwestie gevraagd, waarop hij antwoordde dat “de geest van de norm is dat ervan kan worden genoten in de meeste mogelijke modaliteiten” en dat er naar zal worden gestreefd om de “grotere flexibiliteit” te bieden.