Asiel- en vreemdelingenrecht: onvermoede gevolgen voor bedrijven

Nieuws

Als de werknemer werkt in een baan genaamd “in spanning”

Dit asiel- en immigratiewet stelt voor om een nieuwe tijdelijke verblijfsvergunning (1 jaar) voor buitenlanders die a baan in spanning (lijst uit 2021). Om ervan te kunnen genieten, moet de buitenlandse werknemer in een onregelmatige situatie zijn aanwezigheid op het grondgebied gedurende ten minste drie jaar rechtvaardigen en gedurende ten minste 8 maanden van de laatste 24 maanden een beroep in spanning hebben uitgeoefend. En het is aan hem om het verzoek via een individuele benadering te doen.

“In werkelijkheid dient een buitenlandse werknemer zijn dossier nooit alleen in. Deze mensen hebben een sterk gevoel van dankbaarheid jegens hun werkgever en vragen hen vaak om hulp bij het samenstellen van hun dossier. De asiel- en immigratiewet bepaalt echter dat werkgevers na deze regularisatieverzoeken gecontroleerd zullen worden door het Franse Bureau voor Immigratie en Integratie, Urssaf en de arbeidsinspectie om na te gaan of ze ‘geen andere werknemers in een onregelmatige situatie in dienst hebben’. Resultaat, dit wekt argwaan bij werkgevers »stelt Grégoire Hervet, een advocaat werkzaam in arbeidsrecht en vreemdelingenrechten bij Exilae.

Bij een onregelmatigheid riskeert het bedrijf een nieuwe bestuurlijke sanctie van maximaal 4.000 euro per werknemer (verdubbeld bij recidive). Deze boete komt bovenop de al bestaande strafrechtelijke en bestuursrechtelijke sancties. Door een aanvraag in te dienen voor een bijzondere verblijfsvergunning voor bepaalde tijd voor “beroepen van korte duur” neemt de buitenlandse werknemer dus een risico.

Als de werknemer niet werkt in een zogenaamde “korte termijn” baan

Als de werknemer niet in een zogenaamd knelpuntberoep werkt, komt hij niet in aanmerking voor de nieuwe tijdelijke verblijfsvergunning voor vreemdelingen die in knelpuntberoepen werken.

Om haar situatie te regulariseren, zal het bedrijf een uitzonderlijke toelating om te blijven afgegeven door de prefecturen.

“Deze procedure die wordt geregeld door de circulaire Valls van 2012 is administratief. Het wordt overgelaten aan het oordeel van de prefecten, dus het is geen recht. Niet alle verzoeken worden geaccepteerd. Voor de werkgever is het minder risicovol omdat het geen automatische melding activeert. Vertegenwoordigers van werkgevers mogen daarom niet nalaten te pleiten voor schrapping van de lijst van beroepen onder spanning”concludeert Grégoire Hervet.