Ambtenaren gaan het jaar beginnen zonder hun jaarlijkse salarisverhoging te ontvangen. Hoewel er overeenstemming over was, weerspiegelde het Koninklijk Besluit dat in de laatste Ministerraad van het jaar werd goedgekeurd, niet de Kaderovereenkomst voor een Bestuur van de 21e Eeuw die met de vakbonden werd bereikt en die verschillende salarisverhogingen omvatte: 2% stijging plus een variabele van 0,5% om te bevestigen dat de groeidoelstelling van 2,1% van het bbp voor dit jaar is overschreden.
Een ‘over het hoofd gezien’ waar ze vanuit CCOO scherpe kritiek op hebben geleverd: ‘de minister van Financiën en vice-president María Jesús Montero veracht meer dan vijf miljoen overheidsfunctionarissen’, noemden ze hun verklaring. Wat de gevolgen ervan betreft, ambtenaren gaan gemiddeld tussen de 50 en 150 euro per maand verliezenafhankelijk van de groep, categorie en instantie waartoe u behoort, maar niet permanent.
Volgens overheidsbronnen geraadpleegd door ‘El Español’ is de overeenkomst met terugwerkende kracht, zodat ambtenaren dit geld zouden ‘terugvorderen’. Nu wanneer? Het ministerie van Financiën wil wachten op de definitieve bbp-gegevens, die eind maart zullen worden vrijgegeven, wanneer het Nationaal Instituut voor de Statistiek (INE) de nationale boekhoudstatistieken publiceert die overeenkomen met het vierde kwartaal van 2023.
Publieke medewerkers dus Zij krijgen de salarisverhoging drie maanden niet, wat zelfs tot april zou kunnen worden uitgesteld. We mogen ook niet vergeten dat er voor deze groep twee belangrijke maatregelen zijn goedgekeurd: prestatiebeoordelingen en nieuwe salarissupplementen (inclusief horizontale loopbanen).
Andere CCOO-claims
Rekening houdend met de overeenkomst die is ondertekend tussen de overheidsdienst, CCOO en UGT, zijn er nog andere claims die de eerste vakbond in een verklaring wilde onderbouwen: “aan de niet-naleving van de salarisverhogingen (…) moeten we de herstel van gedeeltelijke pensionering voor ambtenaren of het minimale karakter van de vergunningen, ook iets afgesproken.”
Ze wilden ook niet vergeten dat, als gevolg van de vervroegde verkiezingen, De invoering van de 35-urige werkdag liep vertraging op bij de staatsadministratie, de implementatie van groep B en de aanpassing aan het Spaanse raamwerk en het Europese raamwerk van de kwalificaties van de nieuwe beroepsclassificatietabel.
In dit verband verdedigt CCOO dat “de dringende behoefte aan een koninklijk wetsbesluit (RDL) dat salarisverhogingen overweegt voldoende gerechtvaardigd is, zoals al in 2018 gebeurde met dezelfde regering, waarbij we bedenken dat er in drie jaar tijd geen PGE was, maar wel: een RDL om te voldoen aan de Overeenkomst ter verbetering van de publieke werkgelegenheid en arbeidsomstandigheden die met de PP is overeengekomen.” Om deze reden heeft de vakbondsorganisatie de begin van een proces van mobilisatie in de publieke dienst “als de onderhandelingen niet onmiddellijk worden hervat en salarisverhogingen worden gegarandeerd.”