U kunt de extra betalingen weer declareren en innen als deze op deze manier aan u zijn uitbetaald

Nieuws

Alle werknemers hebben recht op ontvangen twee buitengewone bonussen per jaar, één ervan met Kerstmis en de andere in de maand die is vastgesteld bij collectieve overeenkomst of bij overeenkomst tussen de werkgever en de wettelijke vertegenwoordigers van de werknemers. Dit is vastgelegd in artikel 31 van het Arbeidersstatuut, waarin tevens staat dat zij, indien zo bepaald in de overeenkomst, op pro rata basis (gespreid over twaalf maanden) kunnen worden ontvangen.

Maar dat moet je wel hebben gedaan Wees voorzichtig met pro rata: als in de cao staat dat het verboden is om op deze manier extra betalingen te doen, kunnen deze niet pro rata worden ontvangen. Als je dat doet, De betrokken werknemer zou ze kunnen opeisen en het recht hebben ze te innen, zelfs als hij ze al op deze manier had ontvangen.. Dit is vastgesteld door het Hooggerechtshof van de Canarische Eilanden (TSJC) in uitspraak 457/2024.

De werknemer was disciplinair ontslagen en, naast de oneerlijkheid van het ontslag (dat hij bereikte), eiste hij in de schikking de betaling van drie buitengewone betalingen, die naar rato waren berekend. Het probleem, waarop de werknemer zich baseerde, is dat de toepasselijke collectieve overeenkomst pro rata verboden is. Daarom is de TSJC het met hem eens en heeft zij geoordeeld dat wat betaald is “gewoon salaris” is, waardoor de eiser dit afzonderlijk kan innen. in tegenstelling tot wat het Gerecht van eerste aanleg aanvankelijk dicteerde.

Overweging van “gewoon salaris”

In de uitspraak wordt gesteld dat de werknemer “in bepaalde maandelijkse betalingen bedragen – niet altijd dezelfde – heeft ontvangen vanwege het extra loon, en de rechter ontkent categorisch dat deze bedragen pro rata betalingen van extra loon vormen, zijnde, zoals aangegeven in de documentaire zelf die de betaling ervan bewijst, van “voorschotten op rekening””.

Maar ook al zou dat zo zijnbevat de Nationale Collectieve Overeenkomst van de Bouwsector, waar de werknemer onder viel, een verbod op pro rata van extra betalingen, waarvoor het Hooggerechtshof van de Canarische Eilanden verklaart dat “wat maandelijks op pro rata basis wordt betaald, moet worden beschouwd als gewoon loonuiteindelijk het bedrijf zijnde dat schuldig is aan de gevorderde buitengewone betalingen” en duidelijk makend dat “de door de rechtbank geschatte compensatie of absorptie niet mogelijk is.”

Om deze reden hebben zij het door de werknemer ingediende beroep toegewezen, waarbij zij hebben geverifieerd dat hij de gevorderde buitengewone betalingen verschuldigd is die betrekking hebben op december 2022, juni 2022 en juni 2023, met een waarde van 4.216,86 euro, vermeerderd met de voorziene vertragingsrente in artikel 29.3 van het Arbeidersstatuut, gelijk aan 10%.