Koninklijk Besluit 893/2024 is al in werking getreden, waarin de nieuwe rechten van huishoudelijk personeel met betrekking tot de preventie van beroepsrisico's worden vastgelegd. Op deze manier wordt, zij het met vertraging, voldaan aan Conventie 189 van de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO), die Spanje in zijn geheel heeft geratificeerd en die nieuwe verplichtingen voor werkgevers.
Verplichtingen die veel twijfels hebben doen rijzen. Het valt onder meer op of de Arbeidsinspectie de huizen zal kunnen betreden van mensen die een huishoudhulp hebben ingehuurd om te controleren of de arbeidsregels worden nageleefd.
Het antwoord is nee. Hoewel het in principe een kwestie was waar de vakbonden om vroegen, en die zij vroegen te evalueren, Tenslotte zal de Arbeidsinspectie geen woningen meer kunnen betreden. Het grootste probleem bij het toegeven aan deze kwestie is dat Artikel 18 van de Spaanse grondwet beschermt de onschendbaarheid van de woningwat het werk van deze organisatie moeilijk maakt en de werkgelegenheid in huishoudens beperkt.
Juist dit punt, het feit dat de werkgevers van huishoudelijk personeel particulieren zijn en de werkzaamheden binnenshuis plaatsvinden, heeft het moeilijk gemaakt om deze regelgeving ter voorkoming van beroepsrisico's voor te bereiden en in werking te laten treden. Deze bijzonderheid betekent ook dat deze werknemers in de praktijk meer onbeschermd zijn en meer moeite hebben om de schending van hun rechten op het werk te bewijzen.
Ja, van hen wordt verwacht dat ze een risicobeoordeling in de huizen uitvoeren
De Arbeidsinspectie zal weliswaar niet in de woningen van de werkgevers kunnen komen, maar dat kan wel verplicht om hierover een risicoanalyse uit te voeren om de veiligheid en gezondheid van werknemers te garanderen. Deze evaluatie zal moeten worden uitgevoerd via een instrument dat het Nationaal Instituut voor Veiligheid en Gezondheid op het Werk (INSST) zal ontwikkelen en mogelijk zal maken op de website van het Ministerie van Arbeid.
Juist om deze reden is het nog niet verplicht om deze evaluatie uit te voeren, aangezien het INSST een termijn van 10 maanden vanaf de publicatie van het Koninklijk Besluit heeft om dit mogelijk te maken (tot 11 juli 2025). Na deze periode krijgen werkgevers met een ingehuurde huishoudhulp ook nog een periode van 6 maanden de tijd om de evaluatie uit te voeren. Voor praktische doeleinden is het dus Mogelijk zijn ze pas op 11 december 2025 verplicht.
De norm geeft ook aan dat deze evaluatie zal worden uitgevoerd met de frequentie die door de werkgever en de werknemer is overeengekomen, hoewel dit in eerste instantie zal moeten gebeuren en telkens wanneer er een verandering in de arbeidsomstandigheden plaatsvindt of er schade optreedt. Bovendien genereert deze evaluatie nog andere aanvullende rechten voor huishoudelijk personeel:
- De werkgever is verplicht de nodige preventieve maatregelen te nemen om de risico's te elimineren of te verminderen als deze worden ontdekt, waarbij hij de specifieke datum van vaststelling ervan schriftelijk moet vermelden en een kopie aan de werknemer moet overhandigen.
- Werkgevers zullen worden verplicht om “gratis persoonlijke beschermingsmiddelen ter beschikking te stellen aan werknemers en deze indien nodig te vervangen.” Ook schoonmaakmiddelen.
- De arbeiders zullen er recht op hebbenOnderbreek onmiddellijk uw werkzaamheden en ga van huis indien zij worden blootgesteld aan een ernstig en onmiddellijk risico. En zij zullen er geen enkele vergelding voor kunnen ondergaan.