Voordelen en telewerken: de Hoge Raad verbiedt het bedrijf in deze zaak de voedselhulp in te trekken

Nieuws

Als gevolg van de pandemie is telewerken in veel bedrijven ingevoerd, wat heeft geleid tot een reeks rechtszaken vanwege het gebrek aan begrip bij het innen van bonussen en andere maatregelen die uit deze modaliteit voortvloeien. Datzelfde jaar werd er gesproken over de transportbonus en over de vraag of bedrijven deze al dan niet van deze werknemers konden intrekken, en nu de hoge Raad heeft zich ook uitgesproken over de subsidie ​​voor eetkamers waar veel bedrijven over beschikken.

In uitspraak 1640/2024 van 12 maart werd de zaak van een bedrijf uit Barcelona dat een voedselbonus van 4,17 euro voor elke werkelijk gewerkte dag, en sinds 2016 gecombineerd met een ‘restaurantticket’, dat bestaat uit een oplaadbare kaart die werknemers in horecagelegenheden kunnen gebruiken. Als ze er gebruik van maken, krijgen ze geen eetsubsidie ​​meer en als ze er die dag geen gebruik van maken, krijgen ze wel het bovengenoemde extraatje.

In de nasleep van de pandemie is er echter Deze eetkamersubsidie ​​werd niet langer betaald aan mensen die telewerkten, ook al bleven ze ‘werken, wat de afgesproken eis was’.. Bovendien beseften zij dit toen zij de loonsom ontvingen, aangezien het bedrijf hen niet eerder op de hoogte had gesteld van deze beslissing.

Om al deze redenen hebben de vakbondsafdeling en de bedrijfscomités een rechtszaak aangespannen, waarin zij de uitbetaling van de “eetkamersubsidie” eisten, met terugwerkende kracht vanaf het begin van de afschaffing ervan, voor al deze werknemers, ongeacht hun soort werkdag. In dit verband stelt de uitspraak dat er 135 mensen getroffen zijn op een totaal van 402, wat neerkomt op 33,5%. Daarom voerden zij aan dat er sprake was van een ongerechtvaardigde substantiële wijziging van de collectieve arbeidsomstandigheden.of.

Aanzienlijke wijziging van de arbeidsomstandigheden

De eisers concentreerden hun vordering op het feit dat het bedrijf deze opschorting van de eetkamersubsidie ​​op een wijze had uitgevoerd eenzijdig en zonder de procedure uit te voeren die voor substantiële collectieve wijzigingen is voorzien. Dit werd aanvaard door het Hooggerechtshof van Catalonië, maar het bedrijf ging, niet tevreden, in beroep bij het Hooggerechtshof, dat opnieuw in het voordeel van de werknemersvertegenwoordigers heeft geoordeeld.

Het Hooggerechtshof, overwegende dat is aangetoond dat er geen procedure is gevolgd om deze substantiële wijziging door te voeren, noch dat er een uitdrukkelijke kennisgeving van deze maatregel heeft plaatsgevonden, begrijpt dat er in de eerste plaats sprake is geweest van een “Het niet betalen van salaris door het bedrijf” aangezien aan het “eenvoudige gebrek aan betaling niet de waarde of de gevolgen kunnen worden toegeschreven van een schriftelijke kennisgeving van de beslissing aan de werknemers of hun vertegenwoordigers”, zoals vereist in artikel 138.1 van de wet die de sociale jurisdictie regelt en in 59.4 van het Arbeidersstatuut.

En ten tweede herinnert het Hooggerechtshof eraan dat de werknemers die aan telewerken waren toegewezen, de toeslag niet langer ontvingen, hoewel ze bleven werken, wat de overeengekomen vereiste was, die “een echte verandering in beloning die als fundamenteel moet worden aangemerkt en die afwijkt van wat is overeengekomen, aangezien de enige vereiste effectief werk is, maar niet het naar de werkplek gaan en inklokken, voorwaarden waaraan niet wordt voldaan door werknemers die telewerken.

Daarom blijven ze uitleggen: “we kunnen niet anders dan concluderen dat de maatregel een Aanzienlijke wijziging van de arbeidsomstandigheden dat, vanwege het aantal getroffen mensen, de procedures van artikel 41 ET gevolgd hadden moeten worden, en nadat dit genegeerd werd, moet de maatregel nietig verklaard worden, in toepassing van de bepalingen van artikel 138.7 LRJS.” Daarmee wijzen zij het beroep van het bedrijf af en moet het bedrijf de werknemers met terugwerkende kracht de bovengenoemde bonus toekennen.