Een leraar wordt ontslagen vanwege uitspraken als “zoveel zussen, ik geloof je, zoveel feminisme en dan dansen en twerken ze in de clubs” en het ontslag is oneerlijk: 5.991,48 euro schadevergoeding

Nieuws
Een leraar wordt ontslagen vanwege uitspraken als “zoveel zussen, ik geloof je, zoveel feminisme en dan dansen en twerken ze in de clubs” en het ontslag is oneerlijk: 5.991,48 euro schadevergoeding |EFE

Het Hooggerechtshof van de Canarische Eilanden verklaard oneerlijk het ontslag van een universitair hoofddocent die zich 'vermomde' omdat hij zijn contract niet verlengde, naar aanleiding van een reeks onderzoeken die was veroorzaakt door klachten van studenten over ongepaste opmerkingen en gedragzoals seksistische, homofobe en denigrerende uitingen jegens studenten.

De professor, een medewerker van een universiteit, was sinds september 2013 in dienst en had een contract voor een jaarlijkse duur, overeenkomend met het academiejaar. Vanaf het studiejaar 2015-2016 was hij bezig met het onderwijzen van zijn kennis op het gebied van het staatskerkelijk recht. In november 2018 heeft de studentendelegatie verschillende klachten ingediend bij het decanaat en de cel Gelijkheid, waarin werd verwezen naar Facebook-berichten van seksistische, homofobe en transfobe aardwaartoe talloze studenten toegang hadden die de professor had toegevoegd.

Ook de klachten worden genoemd opmerkingen die hij in de klas zei, hadden niets te maken met het academische programma. Deze omvatten zinnen als: “Zoveel zussen, ik geloof je, zoveel feminisme en dan dansen en twerken ze in de clubs en eisen ze respect” of “de Canariërs zijn allemaal hicks”net zoals hij de studenten met minachting behandelde en hen als hicks of onwetend beschreef. In dezelfde lijn werden ook uitspraken opgenomen als “hij verdient het niet om ze les te geven, aangezien het tijdverspilling is”.

Ondanks dit alles voelden de studenten zich geïntimideerd, zoals vermeld in uitspraak 417/2024, en waren ze ook getuige van het voortdurende gebonk op tafel om stilte te bevelen of het verhogen van de toon bij politieke meningsverschillen.

De universiteit treedt op en besluit geen beroep te doen op haar diensten

Naar aanleiding van deze klachten startte de universiteit op 12 september 2019 een sanctieprocedure. Twee dagen eerder had de rector de vicerector al gevraagd zijn contract voor het studiejaar 2019/2020 niet te verlengen. Dus inderdaad op 3 september De universiteit heeft de hoogleraar laten weten dat zij de arbeidsrelatie voor de volgende opleiding zouden beëindigen en een paar dagen later, op de 16e, lieten ze hem ook weten dat ze het passend vonden om zijn aanwerving voorlopig op te schorten totdat het tuchtdossier was opgelost.

Er moet rekening mee worden gehouden dat werd bevestigd dat de universiteit hem in diezelfde september had gevraagd zijn formulier in te vullen voor de volgende cursus, waarbij hem werd meegedeeld dat de opening van het tuchtdossier geen voorlopige maatregel bevatte die de niet-aanwerving zou kunnen ondersteunen.

Toen hij op de hoogte werd gesteld van de beëindiging van zijn dienstverband, besloot de hoogleraar daarom een ​​klacht in te dienen. De Sociale Rechtbank nr. 6 van Las Palmas de Gran Canaria heeft zijn claim gedeeltelijk toegewezen en verklaard dat het een oneerlijk ontslag was. Dat heeft de rechtbank overwogen het contract was frauduleus, aangezien de professor voldeed niet aan de eisen voor tijdelijke inhuur van universitair hoofddocenten.

Echter, heeft dat afgewezen Het was een nul-ontslagaangezien er geen sprake was van schending van de grondrechten. Omdat de professor van oordeel was dat dit wel het geval was, besloot hij opnieuw te eisen dat zijn ontslag nietig zou worden verklaard, en ging hij in beroep bij het Hooggerechtshof van de Canarische Eilanden.

Hij was het er ook niet mee eens dat de rechtbank hem niet de mogelijkheid had gegeven om te kiezen tussen overname of het innen van een schadevergoeding van 5.991,48 euro, waardoor de keuze aan de onderwijsinstelling werd overgelaten. Hij beweerde dat dit in strijd was met de CAO.

De TSJ van de Canarische Eilanden bevestigt dat het om een ​​oneerlijk ontslag gaat

Ten eerste heeft het Hooggerechtshof van de Canarische Eilanden geanalyseerd of de benoeming van de hoogleraar niet heeft plaatsgevonden Het was eigenlijk een “vermomd disciplinair ontslag”. In dit opzicht begrepen ze dat deze beslissing niet “grillig” was, maar eerder een antwoord was op de klachten en andere door de studenten gevraagde situaties, die een disciplinair karakter hadden.

Bovendien waren er aanwijzingen dat de rector in het licht van de klachten aandrong op niet-verlenging en vervolgens op de hoogte werd gesteld van de preventieve schorsing van de aanwerving totdat het “disciplinaire dossier” was opgelost. Daarom begreep de rechtbank dat het niet verlengen van een contract wegens wetsfraude (niet-ontvankelijk verklaard) een echt disciplinair ontslag verhulde. Zij wezen er dan ook op Het was de leraar, zoals hij beweerde, die moest kiezen tussen overname of het innen van een schadevergoeding van ruim 5.991,48 euro..

Aan de andere kant heeft de rechtbank met betrekking tot de nietigheid van het ontslag bepaald dat de behandeling van het onregelmatige dossier (indien aanwezig) niet leidt tot nietigheid, maar tot niet-ontvankelijkheid. Ook wezen zij erop dat het beschuldigen van de hoogleraar van het maken van bewezen uitspraken op zichzelf geen schending van het recht op eer inhoudt. Bovendien werd hij op de hoogte gesteld van de feiten en kon hij getuigen voor de Inspectiedienst.

Ten slotte analyseerden ze of de geteste uitingen beschermd werden door academische vrijheid (eigen ideeën gerelateerd aan het onderwijsvak) of door de vrijheid van meningsuiting. In dit verband wijst de rechtbank erop dat uitdrukkingen zoals het ‘catetos’ noemen van de studenten of de kanaries, of zeggen dat lesgeven een ‘tijdverspilling’ is, geen verband houden met het onderwerp kerkelijk of procesrecht dat hij onderwees, noch vallen ze onder het recht om vrijelijk gedachten te uiten en te verspreiden.

Ze begrepen dus dat de leraar niet zijn vrijheid van meningsuiting uitoefende, maar eerder beledigende en vernederende berichten in de klas stuurde, gezien zijn positie tegenover zijn leerlingen. Om al deze redenen is Zij waren het niet met hem eens over de nietigverklaring, waarbij zij dit deel van het beroep verwierpen en bevestigden dat het om een ​​onredelijk ontslag ging.. Tegen deze uitspraak was het mogelijk beroep tot unificatie van de leer in te stellen bij de Hoge Raad.